Wijn bewaren. Waarop letten?

Wijn kan je lang bewaren. Dat geldt niet voor alle wijn, maar echte kwaliteitswijn wordt zelfs beter met de jaren. Naar schatting wordt zo’n 4 procent van alle wijnen ter wereld beter naarmate hij ouder wordt. Veel Bourgogne wijnen vallen onder die 4 procent. Het bewaren van wijn – ook wel ‘opleggen’ genoemd – is in de Bourgogne heel normaal. Sommige wijnmakers brengen hun cuvées pas na jaren op de markt. Anderen adviseren hun jonge wijnen nog niet te drinken maar ze te bewaren, omdat ze hun karakter pas na jaren prijsgeven. Bourgogne wijnen kunnen over het algemeen dus lang bewaard worden. Een Grand Cru kan prima 20 jaar worden opgelegd. Maar dit moet wel goed gebeuren. Waar moet op gelet worden bij het bewaren van wijn?

Temperatuur

De temperatuur van de opslagruimte is één van de belangrijkste factoren voor het behoud van de kwaliteit van de wijn. De ideale temperatuur voor het bewaren van wijn ligt tussen de 12°C en 16°C. Het is belangrijk dat de temperatuur stabiel blijft en zo weinig mogelijk schommelt. Grote temperatuurschommelingen kunnen de smaak van de wijn negatief beïnvloeden. Sommige wijnmakers hebben het over bewaren bij kamertemperatuur. Weet dat hiermee de kamertemperatuur van vroeger wordt bedoeld. Zo’n 16 tot 18 graden. En dus niet de temperatuur die wij tegenwoordig binnen gewend zijn.

Luchtvochtigheid

De vochtigheidsgraad van de opslagruimte is een andere belangrijke factor voor het behoud van de kwaliteit van de wijn. De ideale vochtigheidsgraad ligt tussen de 60 en 80 procent. Een te droge omgeving kan ervoor zorgen dat de kurk uitdroogt en krimpt, waardoor er lucht in de fles kan komen (oxidatie). Een te vochtige omgeving kan schimmelvorming op de kurk veroorzaken en het etiket aantasten. De opslagruimte moet bovendien geventileerd zijn om een ​​gezonde luchtstroom te garanderen. Dit voorkomt dat de lucht in de ruimte te vochtig wordt en schimmelvorming veroorzaakt.

Licht

Wijn moet worden bewaard op een donkere plaats, omdat licht de kwaliteit van de wijn kan aantasten. UV-stralen kunnen de wijn laten oxideren en de smaak veranderen. Daarom moet wijn worden bewaard in een donkere omgeving, weg van direct zonlicht.

Stabiele ligging

Ook beweging kan de kwaliteit van de wijn aantasten. Dus zet wijn bijvoorbeeld niet op of naast een wasmachine. Ook moet wijn horizontaal worden bewaard, zodat de kurk vochtig blijft en niet uitdroogt. Dit voorkomt dat er lucht in de fles komt en de wijn gaat oxideren.

Geuren

Wijn moet worden bewaard in een omgeving die vrij is van sterke geuren. Bijvoorbeeld de geur van verf, schoonmaakmiddelen of oplosmiddelen. Dit kan de smaak en het aroma van de wijn aantasten.

Een klimaatkast helpt bij het bewaren van wijn. In deze kast zijn temperatuur en luchtvochtigheid gereguleerd en constant. Maar een klimaatkast kost energie en is vaak beperkt in ruimte, zeker wanneer een verzameling serieuze vormen aanneemt. Een donkere kelder met een stabiele temperatuur (nog altijd zeer populair in de Bourgogne), is nog altijd de perfecte oplossing.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte.


Winkelwagen